Voorstellingen

PROGRAMMA ‘Italiaanse en Duitse meesters uit de 18de eeuw’

‘Ardinghello und die glückseeligen Inseln’ is een kunstenaarsroman uit 1787 van Wilhelm Heinse waarin hij de Italiaanse natuur en de idealen van de Renaissance met veel passie en zinnelijkheid beschrijft. De Duitse barokcomponisten waren even enthousiast over de Italiaanse barokmuziek, die voor hen een lichtend voorbeeld en inspiratiebron was. Naast de bewondering voor de Italiaanse cultuur in het algemeen ontstond er in de 18de eeuw ook een vernieuwde interesse in de antieken door de ontdekking van Herculaneum (1737) en Pompeï (1748). De Duitse fascinatie voor Italië culmineerde later in het werk van Johann Wolfgang von Goethe o.a. in zijn beroemde gedicht ‘Mignon‘ uit 1782 (‘Kennst du das Land wo die Zitronen blühen?’) en later in zijn ‘Italienische Reise’.

 

Pietro Castrucci (1679-1752)
Sonata VII voor hobo en basso continuo
Adagio – Allegro – Adagio – Menuet

G.B. Bononcini (1670-1747)
Sonate in a voor cello en basso continuo
Andante – Allegro – Grazioso-Minuet-Grazioso

G.Ph. Telemann (1681-1767)
Sonate in D voor cello en basso continuo
Lento – Allegro – Largo – Allegro

J.S. Bach (1685-1750)
Suite 3 in C voor cello solo
Sarabande en Bourrée1&2

Johann Wilhelm Häßler (1747–1822)
Sonate in a voor klavecimbel solo
Poco allegro, Largo & Presto

G. Ph. Telemann (1681-1750)
Suite in g TWV 41:g4 voor hobo en basso continuo
Ouverture – Très vite – Sans Souci – Hornpipe – Gavotte – Passepied – Irlandoise