Eerstkomende uitvoering

Baroktrio Ardinghello:

Dagmar Robben, barokhobo
Mark Lambrecht, barokcello
Jan Devlieger, klavecimbel

PROGRAMMA ‘Italiaanse en Duitse meesters uit de 18de eeuw’

‘Ardinghello und die glückseeligen Inseln’ is een kunstenaarsroman uit 1787 van Wilhelm Heinse waarin hij de Italiaanse natuur en de idealen van de Renaissance met veel passie en zinnelijkheid beschrijft. De Duitse barokcomponisten waren even enthousiast over de Italiaanse barokmuziek, die voor hen een lichtend voorbeeld en inspiratiebron was. Naast de bewondering voor de Italiaanse cultuur in het algemeen ontstond er in de 18de eeuw ook een vernieuwde interesse in de antieken door de ontdekking van Herculaneum (1737) en Pompeï (1748). De Duitse fascinatie voor Italië culmineerde later in het werk van Johann Wolfgang von Goethe o.a. in zijn beroemde gedicht ‘Mignon‘ uit 1782 (‘Kennst du das Land wo die Zitronen blühen?’) en later in zijn ‘Italienische Reise’.

Dagmar Robben

Ontdekte haar liefde voor de hobo aan de Academie van Deinze bij Ann Van Lancker. Na deze basisopleiding ging ze recht naar het Conservatorium van Gent waar ze bij Bram Nolf in 2012 het diploma ‘Master in de Uitvoerende Muziek’ met grote onderscheiding behaalde.

Aan de keuze voor hobo mag dan wel geen twijfel bestaan, kiezen voor de ene of de andere hobo doet Dagmar niet. Naast moderne hobo speelt ze ook althobo en barokhobo. De basis voor de barokhobo legde ze bij Ann Vanlancker en Stefaan Verdegem. In 2011 volgde ze een cursus barokhobo bij Alfredo Bernardini en Antoine Torunczyk tijdens het Musica Antica festival in Urbino (Italië).

Als soliste speelde Dagmar samen met Brabelio (A. Marcello), met het orkest van het conservatorium Gent (F. Fiorillo), met Querceto (J. N. Hummel) & La Chapelle Sauvage (A. Vivaldi). In kamermuziekverband speelt ze regelmatig samen met organist Michael De Geest en is ze lid van het ensemble Fuga Temporis.

Mark Lambrecht 

Studeerde Germaanse filologie (Zweeds en Duits) aan de Universiteit Gent (1984) en daarna notenleer, cello (bij André Messens) en kamermuziek aan het Koninklijk Conservatorium van Gent. Vervolgens specialiseerde hij zich in de uitvoeringspraktijk van oude muziek op barokcello bij Lidewij Scheifes en Anner Bylsma (meestercursussen) en in 1995 behaalde hij een eerste prijs barokcello aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel bij Hidemi Suzuki.

Hij concerteerde met barokspecialisten als Paul Dombrecht, Florian Heyerick, Erik Van Nevel, Jan De Winne en Frank Agsteribbe. 

Daarnaast verleende hij ook graag zijn medewerking aan creaties van hedendaagse muziek (‘D’ Amour piqué d’une mouche à miel’ van Frank Agsteribbe (1995), ‘Dix Poèmes pour deux violoncelles’ van Johan Van Weerst met CD-opname (1996) ).

Hij realiseerde CD-opnames met het barokensemble ‘The Great Charm’, het ‘Telemann Consort’, ‘Le Rondeau’,  ‘L’ Ensemble européen William Byrd’ en ‘I Brugensi’.

Hij is cello solo van het Orlandus ensemble o.l.v. Peter Ledaine (Oostende) en leraar cello en kamermuziek in Brugge (SCB), Knokke  (MAAK) en Blankenberge (SAMW)